Auschwitz: Eindstation van de dood (Auschwitz: Final Destination of Death) |
|
Verschijningsdatum: 8 april 2014 Uitgeverij Aspekt |
|
Korte inhoud van mijn boek over Auschwitz en enkele aanvullende opmerkingen:
In oktober 1943 pakte een Joodse vrouw de revolver van een SS-officier en schoot hem vlakbij de gaskamer dood. Niet alle Joden lieten zich in Auschwitz weerloos afmaken. De Nederlandse Jood Ernst Verduin was bij aankomst al voor de gaskamer ‘geselecteerd’, maar wist nog net op tijd uit de ten dode opgeschreven groep weg te komen. Over de vergassing van Joden in Auschwitz was er al vroeg vrij veel bekend. Anne Frank schreef er in oktober 1942 over. Ernst Verduin had al in Kamp Vught gehoord wat er in Auschwitz gebeurde. Leden van de Poolse ondergrondse die in Auschwitz zaten, rapporteerden er uitvoerig over. Deze alarmerende berichten werden onvoldoende serieus genomen. Wel schreef Frans Goedhart op 27 september 1943 een groot artikel in het destijds illegale blad ‘Het Parool’ waarin hij onder meer op de gaskamers van Auschwitz inging. Dit blad werd toen door relatief veel Nederlanders gelezen. Verzetsman Frans Goedhart had over die gaskamers eveneens in Kamp Vught betrouwbare informatie ontvangen. (Later wist hij te ontsnappen.) Het betreffende fragment uit zijn artikel is als document achterin het boek afgedrukt (zie p. 284). Op diezelfde bladzijde is een klein maar feitelijk juist artikel afgedrukt uit het destijds illegale blad ‘Vrij Nederland’ van 21 februari 1943 waarin gemeld werd dat patiënten van het ‘Joodsch Krankzinnigengesticht “Het Apeldoornsche Bosch”’ in Duitsland zijn vergast. (Auschwitz bevond zich in een door Duitsland geannexeerd deel van Polen.) Anders dan Bart van der Boom in zijn bekende boek ‘Wij wisten niets van hun lot: Gewone Nederlanders en de Holocaust’, wordt in mijn boek de stelling verdedigd dat er in Nederland, óók onder zogenaamde ‘gewone Nederlanders’, wel degelijks ‘iets’ bekend was omtrent het lot van de Joden die naar het oosten werden gedeporteerd. Dit is ook de mening van Evelien Gans (NIOD/UvA) en Remco Ensel (Radboud Universiteit) in hun belangwekkende artikel in ‘De Groene Amsterdammer’ van 13 december 2012 (zie p. 234, 235). Het laatste hoofdstuk gaat in op ‘Holocaustontkenners’ en radicale moslims die een ‘tweede Holocaust’ willen. Het boek biedt een goed overzicht van het wereldje van de antisemitische Holocaustontkenners (zowel neonazi’s als radicale moslims) en weerlegt hun argumenten op systematische wijze. Maar er zijn ook radicale moslims die vinden dat Hitler ‘het karwei’ niet heeft afgemaakt. Zij willen dat álle Joden alsnog worden afgemaakt. Zo stelde Yunus Al-Astal, een invloedrijke sjeik van Hamas, in 2008 dat de Holocaust nog komt. ‘Het lijden door het vuur is het lot van de Joden in deze wereld en de volgende’ (zie p. 224). In Auschwitz werden de vergaste lijken van de Joden in grote crematoria verbrand. Elke vorm van lijkverbranding of crematie druist in tegen de Joodse traditie en het Joodse geloof en de nazi’s wisten dat zeer wel. Men kan zich afvragen of het terecht is om in een boek over Auschwitz stil te staan bij radicale moslims die er nu voor pleiten om alle Joden te vermoorden, een nieuwe Holocaust dus. Ik meen van wel. De radicale islam, die sommigen als ‘islamo-fascisme’ aanduiden, is thans, net als Hitlers Derde Rijk destijds, de grootste bedreiging van ónze westerse beschaving en vrijheid. Via immigratie hebben steeds grotere aantallen radicale moslims zich in de grote steden van Europa gevestigd. Ook vindt er in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Engeland en Scandinavië een radicaliseringsproces bij de tweede generatie migranten plaats, bijvoorbeeld bij jonge Turkse scholieren uit Arnhem die vinden dat Hitler gelijk heeft gehad of jonge moslims die in Syrië de ‘heilige oorlog’ willen voeren. Het antisemitisme van deze moslims verbindt hen met neonazistische radicalen uit Oost-Europa en Rusland. Tijdens een bezoek aan Paneriai, een herdenkingsplek in Litouwen waar tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazibezetters grote aantallen Joden werden doodgeschoten, werd mij in juni 2013 door de goed geďnformeerde Litouwse gids, die Russisch kon lezen, verteld dat één van de monumenten was beklad met een Russische tekst waarvan de vertaling luidde ‘Hitler had gelijk’. Die tekst was inmiddels verwijderd. Ernst Verduin is ingegaan op het bezoek van de Palestijnse grootmoefti van Jeruzalem, een bondgenoot van de nazi’s. Verduin verklaarde dat deze hoge moslimgeestelijke in 1944 Auschwitz heeft bezocht en dat hijzelf getuige van dit bezoek was geweest (zie p. 145, 146). Over de rol van de moefti, die tussen november 1941 en april 1945 asiel in Nazi-Duitsland had gekregen, schreef ik uitvoerig in mijn boek over Eichmann. Ook Simon Wiesenthal meldde al vroeg dat de moefti Auschwitz had bezocht. Een samenvatting van mijn boek is te vinden in: Emerson Vermaat, Het Verzet in Auschwitz en een waarschuwing om een ‘tweede Holocaust’ te voorkomen, in: Perry Pierik (red.), Verzet! Swastika onder vuur. Facetten van de weerstand tegen Hitlers ‘Festung Europa’ (Soesterberg: Uitgeverij Aspekt, 2013), p. 141-176. Inhoudsopgave: 1. Auschwitz I (‘Stammlager’) en II (‘Birkenau’) en de rol van kampcommandant Rudolf Höss (1940/41). Text in English: It was in October 1943 that a young Jewish woman named Franceska Mann grabbed the pistol of an SS-officer and shot him dead. This happened near one of the gas chambers of the Nazi death camp of Auschwitz. Not all Jews were willing to enter the gas chambers without resistance or protest. In October 1942, SS doctor Johann Paul Kremer witnessed the gassing of nearly 1600 Jews from Holland. But three Jewish women refused to enter the gas chamber begging for their lives, Kremer wrote in his diary. They were shot dead. Auschwitz was the final destination of death. From all over Nazi occupied Europe trains with Jewish deportees arrived at Auschwitz. More than one million Jews were killed there. Most deportees were immediately ‘selected’ for the gas chamber, the others were ‘selected’ for slave labour. Many of those selected for slave labour died from starvation, exhaustion and disease. These ‘selections’ were usually carried out by SS doctors such as Josef Mengele and Horst Thilo. Mengele also conducted so-called ‘medical experiments’ on women, children and twins. Jenta-Jehudit Feig, a Jewish survivor, later said that she saw how Mengele had removed a still beating heart from a female body (see p. 125). Members of the Polish and Jewish underground reported about what happened in occupied Poland and Auschwitz. These reports also arrived in London where the Polish government-in-exile was located. These reports were not always taken seriously by the British and American governments. However, in 1942 and 1943 more and more British and American newspapers began to write about Nazi atrocities and the genocide of the Jews. The New York Times, for example, reported on August 27, 1943: ‘More than 3,000,000 killed in Hitler dominated lands.’ And the BBC Home News Bulletin accurately reported on July 9, 1942: ‘Jews are regularly killed by machine gun fire, hand grenades – and even poisoned by gas.’ Mass executions of Jews did indeed occur in the Baltic states (Lithuania, Latvia, Estonia) and the occupied parts of the Soviet Union. Jews had also been gassed in Auschwitz and in so-called gas vans. Two Jewish Auschwitz survivors are interviewed in my book. Dr. Bloeme Evers-Emden was in the same deportation train as Anne Frank. They went to Auschwitz-Birkenau. In the so-called ‘women’s camp’ (‘Frauenlager’) Bloeme joined a group of other women who decided that they would help each other, come what may. Thanks to this group she and other women survived. She also witnessed terrible scenes: prisoners being beaten to death or desperate female prisoners throwing themselves on the electric, barbed wire. This was suicide and these poor women died instantly. ‘I decided not to follow their example, but to survive,’ Bloeme told me in July 2012. Bloeme also saw emaciated men, so-called ‘Musulmänner’ or living skeletons who were barely able to walk. ‘When you see terrible things like that you stick closer and closer to your group of friends.’ Ernst Verduin was not in Birkenau but in Auschwitz-Monowitz, some five miles away from the main camp. But he first arrived in Auschwitz-Birkenau where the ‘selections’ took place. ‘The worst thing I saw after my arrival was a group of prisoners who entered the gas chambers,’ Ernst Verduin told me. ‘These people were about to die. I later tried not to remember this terrible spectacle.’ Verduin claims he witnessed a visit to Monowitz by Haj Amin Al-Husseini, the Palestinian Grand Mufti of Jerusalem and a notorious Jew-hater: ‘It was a very hot day in June or July 1944 when I was at work in Monowitz, also known as Auschwitz III. And then I suddenly noticed a group of people who looked like actors. They were wearing long robes and strange headgear. Occasionally, internees did perform a play in the camp. I wanted to find out myself and as I walked towards that group I was stopped by a high ranking SS officer whom I didn’t know. He was from the main camp or from Birkenau. The officer asked me: “What do you want?” “I just wanted to know whether these people are actors or nor. Is there going to be a stage performance tonight?” “These people aren’t actors,” the SS officer told me. “They are the Grand Mufti of Jerusalem and his retinue.” I asked him then: “What is he doing here?” “He is paying a visit to the camp,” the SS officer said. “He lives in Berlin where he enjoys Hitler’s personal protection. He is now paying a visit to Monowitz to see how the Jews are working themselves to death in factories. He is also in Auschwitz to see the gas chambers.”’ Verduin was told to resume his work immediately, otherwise he would be sent to the gas chambers, too (see p. 145, 146). The final chapter of my book deals with anti-Semitic Holocaust deniers and Muslim radicals who believe that ‘the Holocaust is still to come upon the Jews.’ The arguments of the Holocaust deniers are refuted. For example, Holocaust deniers usually admit that Zyklon B was used in Auschwitz and Majdanek (another Nazi death camp in occupied Poland), but only to disinfect lice infested clothes. To refute this argument I mention and reprint authentic SS documents which clearly show that Zyklon B was used to kill people (see p. 219, 281, 282). One of these documents describe Zyklon B as ‘material (substances) for special treatment’ (‘Material für Sonderbeh.’) – a Nazi code word for killing Jews. And why did the SS in Auschwitz order special gas chamber doors which had peepholes in them? The intention clearly was to watch through those peepholes in order to find out how quickly people, not lice or insects, would die. Anti-Semitism is on the rise again, not only in today’s Europe among Muslim immigrants and neo Nazis, but also in the Muslim world. Muslim suicide bombers are pyschopatic and fanatical little Hitlers bent on death and destruction, despicable worshippers of evil inspired by a satanic ideology. They don’t go to their imagined ‘paradise,’ but straight to hell they go instead. All of them. The same applies to all those Islamo-Fascist hate preachers who inspired and still inspire the suicide bombers. Muslim leaders in Iran advocate the destruction of Israel. While calling the twentieth century Holocaust ‘a myth,’ they say that ‘the zionist regime’ (Israel) will soon be wiped off the face of the earth – another call for genocide comparable to the call Hitler made in January 1939 when the Nazi leader announced ‘the extermination of the Jewish race in Europe.’ Certainly not all Muslims share anti-Semitic views. There were also Muslims who resisted Nazi ideology and Hitler during the Second World War. Muslims in Nazi occupied Europe provided shelter to a number of Jews. Muslim leaders in Morocco and Tunisia protected their Jews. (see my book on Heinrich Himmler, p. 137). The former Emir of Transjordan Abdullah I was pro British and a fierce opponent of Haj Amin Al-Husseini, although he also attacked the newly born state of Israel in 1948 (see my book on Himmler, p. 162, 163). He was a king then. Golda Meir, who negotiated with Abdullah, later wrote about him: ‘But I wish he had been brave enough to stay out of the war. It would have been so much better for him – and for us – if he had been a little prouder.’ (Golda Meir, My Life, p. 221.) King Abdullah was assassinated in 1951. The man who ordered the assassination was probably Haj Amin Al-Husseini himself. The killer was a Palestinian from the Al-Husseini clan. Handgeschreven brief van dr. Bloeme Evers-Emden, overlevende van Auschwitz aan de auteur, 13 april 2013/Handwritten letter from Auschwitz survivor Dr. Bloeme Evers-Emden to the author, April 13, 2013: ‘Geachte heer Vermaat, Heden ontving ik Uw boek “Auschwitz”. Naar het er uitziet: een gedegen studie. Het moet, naast noeste arbeid, ook zielepijn hebben gekost. Wat een moed en wat een doorzettings- en uithoudingsvermogen. Ik dank U voor het boek en wens U veel succes met het (verder) openbaren van de gruwelen. Met hoogachting, Bloeme Evers-Emden.’
Enkele recensies/Some book reviews:
NBD Biblion (Nederlandse bibliotheken/Dutch libraries, Leidschendam), 26 juni 2013: ‘Na een studie rechten en politieke theorieën in Leiden werkte Emerson Vermaat als journalist in oorlogs- en crisisgebieden. Vervolgens hield hij zich bezig met criminaliteit en terrorisme. De afgelopen jaren richtte Vermaat zich op de Tweede Wereldoorlog. Hij publiceerde boeken over het Ribbentrop-Molotov Pact, Heinrich Himmler, Anton Mussert en Adolf Eichmann. In “Auschwitz” reconstrueert Vermaat niet alleen de geschiedenis van het bekendste concentratiekamp, hij portretteert ook de belangrijkste hoofdspelers van het kamp en gaat uitvoerig in op de vraag wat er tijdens de oorlog over Auschwitz bekend was. De Volkskrant (Amsterdam), 4 mei 2013, ‘Boeken’, interview met historicus-schrijver-uitgever Perry Pierik (1965): ‘We hadden onlangs een boek over Auschwitz, waar gek genoeg niet zoveel Nederlandse boeken over bestaan. Wist je dat er een Joodse dame is geweest die vlak voordat ze in de gaskamer zou verdwijnen een SS’er zijn pistool heeft afgepakt en hem daarna heeft doodgeschoten?’ Nederlands Dagblad (Barneveld), boekenbijlage Gulliver, 3 mei 2013, Herman Veenhof: ‘Auschwitz is ook het onderwerp van Emerson Vermaat in een boek dat drie aardige insteken kent: een hoofdstuk over Holocaust-ontkenners, vroeger westers en nu steeds vaker moslim; zijn eigen gesprekken met overlevenden Bloeme Evers en Ernst Verduin en Vermaats speurtocht naar wie wanneer van het gas van de Holocaust wist. Katholiek Nieuwsblad (’s-Hertogenbosch), 3 mei 2013: ‘Overigens was Miklos Horthy, de Hongaarse leider die Hitler trotseerde, geen vrome katholiek, zoals Vermaat schrijft, maar een calvinist. Israel Aktueel (Nijkerk), juli/augustus 2013: ‘Ik heb al behoorlijk wat boeken over Auschwitz gelezen. Veel van deze boeken zijn ooggetuigenverslagen van overlevenden van het kamp. Zij bieden de lezer – voor zover het mogelijk is om dit als buitenstaander te bevatten – de mogelijkheid om zich in te leven in wat er zich binnen de prikkeldraadomheiningen van dit kamp afspeelde tijdens de Holocaust. Auschwitz, eindstation van de dood van Emerson Vermaat is niet zo’n boek. Historiek.net, 17 mei 2013 (‘Jodin schoot SS-officier dood in Auschwitz’) ‘Met het boek Auschwitz. Eindstation van de dood levert hij wederom kwalitatief goed werk af. Dit boek maakt op een anekdotische manier duidelijk hoe gruwelijk de situatie in de kampen Auschwitz en Birkenau was. Via vaak opmerkelijke verhalen slaagt Vermaat erin een gevoelige snaar bij de lezer te raken.’ Nota bene: Anders de sommige recensenten melden ben ik géén historicus, wel een in Leiden (1978) afgestudeerde jurist, vrije studierichting, hoofdvak volkenrecht (prof. mr. Frits Kalshoven), bijvakken onder meer Oost-Europees recht (prof. mr. F.J.M. Feldbrugge), rechtssociologie, politieke theorieën (prof. dr. Herman van Gunsteren). Rechtenstudenten in de vrije studierichting, ook ikzelf dus, studeerden destijds af als ‘drs’ en niet als ‘mr’, omdat hun doctoraalpakket niet het ‘Nederlands recht’ omvatte. Er was ook een ‘staatkundige studierichting’ waar hetzelfde voor gold. Tot het kandidaatsexamen waren alle pakketten echter identiek. Uit dit boek schreef oud-Eurocommissaris Frits Bolkestein een klein stukje over zónder mij als bron te vermelden. Ik zie dit als een vorm van plagiaat. In de zomer van 1976 was ik als journalist aanwezig op een bijeenkomst van het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken. Ik had inmiddels in het Franse dagblad Le Monde (van 18 februari 1976) gelezen dat er in het communistische Cambodja al minstens 800.000 Cambodjanen waren omgekomen of vermoord sinds de wrede communistische Rode Khmer daar in april 1975 aan de macht waren gekomen. Omdat ik wist dat de Wereldraad van Kerken zich nogal profileerde als het om politieke kwesties en zich ook met humanitaire nood bezighield, wilde ik van secretaris-generaal dr. Philip Potter, tijdens een persconferentie op het hoofdkwartier van de Wereldraad in Genčve, weten hoe hij over het optreden van de nieuwe communistische machthebbers in Cambodja dacht. Later schreef ik hierover in mijn boek World Council of Churches and Politics (1989): ‘The WCC, equally evasive on the question of Cambodia, avoided a public statement on the deteriorating human rights situation there at the Central Committee meeting in August of 1976. General Secretary Philip Potter was embarrassed when journalists fired questions at him during a press conference shortly before the Central Committee convened. Reports of mass killings in Cambodia had widely circulated in the West and were taken seriously by most Western governments and secular news media, particularly in Europe. Potter obviously did not like the questions on Cambodia posed to him, and lamely explained: “The question is not whether or not any Cambodians have been killed, but how one could create a proper atmosphere in order to raise issues through “personal contacts.” There is too much self-righteousness on such issues. We should first of all take our own situation into account. We are all sinners.”’ In zijn boek De intellectuele verleiding (Bert Bakker, Amsterdam, 2012) schrijft Frits Bolkestein op p. 200: ‘Terwijl misbruiken in Zuid-Korea en op de Filippijnen veel aandacht kregen, werden Cambodja, Laos en Vietnam ontzien. Secretaris-generaal Philip Potter verklaarde: “De vraag is niet of er al dan niet Cambodjanen zijn omgebracht, maar hoe de juiste atmosfeer te scheppen om onderwerpen door “persoonlijk contact” aan de orde te stellen. (…) Wij zijn allen zondaars.’
|